Het adres Kerkstraat 36 in Noordwijk-Binnen speelde een belangrijke rol in het leven van Hendricus Theodorus (Harry) van Bourgondiën en zijn vrouw Maria Joanna Mechtildis (Marie) Alkemade. Zij hebben er decennialang gewoond, gewerkt en hun kinderen opgevoed.
Het betreffende pand stond op de hoek van de Kerkstraat en de Tramsteeg.[1] Wanneer het werd gebouwd, is onbekend. Wel is duidelijk dat de bebouwing ter plekke op zijn minst dateert uit het begin van de negentiende eeuw.[2] De straat zelf kent een veel langere geschiedenis, die teruggevoerd kan worden tot de middeleeuwen.
De keuze voor dit pand was niet toevallig, maar hield verband met de aldaar gevestigde smederij. Harry van Bourgondiën was namelijk door zijn zwager opgeleid tot smid (zie daarvoor zijn levensbeschrijving). De zoektocht naar een geschikte plek voor zijn eigen bedrijf leidde hem naar de Kerkstraat.[3] Daar woonde de nog ongehuwde Harry vanaf 14 oktober 1927 eerst enige tijd alleen.[4] Dat veranderde op 27 juni 1928, toen hij in het huwelijk trad met Marie Alkemade.[5]
Enkele voorgangers
Toen Harry van Bourgondiën het pand betrok, was er al een smederij gevestigd op het adres Kerkstraat 36. In het kadaster en het bevolkingsregister van Noordwijk duiken zes beroepsmatige voorgangers op, die met dit adres in verband kunnen worden gebracht. In chronologische volgorde gaat het om:
- Frederik Carel Prior (1863-1947), smid.[6]
- Laurens Janszen (1863-1921), smid.[7]
- Martinus Witsenburg (1860-1931), smid(sknecht).[8]
- Petrus Kusters, smidsknecht (1885-1953).[9]
- Wilhelmus Hubertus Post (1890-1944), smid(sknecht).[10]
- Theodorus Cornelis Schuts (1896-1976), smid.[11]
De eerste twee personen, Frederik Carel Prior en Laurens Janszen, waren allebei geboren in Amsterdam. Zij vestigden zich in 1890 in Noordwijk en runden vanaf dat moment gezamenlijk een smederij in de Kerkstraat.[12] Dat veranderde in 1893, toen Frederik Carel naar Zaltbommel vertrok, en Laurens nog ongeveer tien jaar als smid in Noordwijk werkzaam bleef. In die periode was Martinus Witsenburg als smidsknecht aan de smederij verbonden.[13] Martinus nam later het bedrijf van Laurens over, en is de eerste smid uit het rijtje waarvan in het bevolkingsregister van Noordwijk expliciet wordt aangegeven dat hij op het adres Kerkstraat 36 woonde.[14]
Smederij ‘H.Th. van Bourgondiën’
Het bedrijf van Harry van Bourgondiën werd op 23 juli 1928 ingeschreven bij de Kamer van Koophandel.[15] Dat gebeurde onder de bedrijfsnaam ‘H.Th. van Bourgondiën’. Het ging om een smederij met autogenische las- en snij-inrichting.[16] In het dossier van de Kamer van Koophandel worden de volgende bedrijfsonderdelen nader gespecificeerd:
- rijwielhandel (tot 1929);
- kachelsmidsbedrijf;
- kleinhandel in haarden en kachels (kolen, gas en olie, inclusief plaatsing en aansluiting);
- kleinhandel in huishoudelijke artikelen op elektrisch gebied (o.a. kookapparaten);
- kleinhandel in huishoudelijke artikelen;
- kleinhandel in elektrisch materieel;
- kleinhandel in tuinbouwgereedschappen en ijzerwaren;
- kleinhandel in windbuksen;
- reparatie van centrale verwarming.
Het meeste werk ging zitten in het jaarlijkse onderhoud van kachels en haarden. Dat deed Harry niet alleen voor particulieren, maar ook voor scholen. Daarnaast maakte hij onder andere hekwerken, onderhield hij tuingereedschap, repareerde hij sloten en vervaardigde hij sleutels. De klanten wisten hem ook te vinden voor allerhande lasklussen.
Harry voerde in principe zelf alle werkzaamheden uit (zijn bedrijf was een eenmanszaak). Wel had hij soms een smidsknecht in dienst, of liet hij zijn zoons meewerken in de smederij. Daarnaast ondersteunde zijn vrouw Marie hem op zakelijk vlak.
Dat er gezinsleden meehielpen, blijkt bijvoorbeeld uit de aanvraag van enkele vergunningen in de eerste helft van de jaren zestig.[17] Harry verklaarde toen dat hij wekelijks 60 uur in de smederij werkte. Een van zijn kinderen ondersteunde hem daarbij voor 45 tot 48 uur per week.[18] Op die manier hebben in totaal drie zoons hun vader bijgestaan in de smederij. Zij volgden daartoe ook relevante opleidingen, zoals vakbekwaamheid smidsbedrijf, elektrisch lassen en autogeen lassen.[19]
Winkelweek en etalagewedstrijden
Vestiging in de Kerkstraat was een slimme zet. Net als tegenwoordig was dat in 1927 een belangrijke winkelstraat.[20] Ter stimulering van de klandizie werd destijds jaarlijks een zogenoemde Winkelweek georganiseerd. Tijdens dit evenement versierde men de winkelstraten, bijvoorbeeld met erepoorten en slingers met vlaggetjes, en werd er een etalagewedstrijd uitgeschreven.[21]
Harry van Bourgondiën was meerdere keren betrokken bij de organisatie van de Noordwijkse Winkelweek.[22] Ook won hij met enige regelmaat prijzen tijdens de etalagewedstrijden.[23] Dat gebeurde in een economisch moeilijke tijd. Toen Harry in 1932 voorzitter was van de Winkelweek-commissie, ijlden de gevolgen van de Beurskrach van 1929 nog flink na.
Dit blijkt onder andere uit de toespraak van de Noordwijkse burgemeester tijdens de opening van de Winkelweek in 1932. Hij verwees naar de niet zo hoopvolle tijden, die voorwerp waren van voortdurende zorg en voorzichtigheid in zaken. Het verheugde hem daarom zeer dat de Noordwijkse middenstand in deze tijd van economische nood niet bij de pakken neerzat.[24]
Opgekocht door de gemeente
Halverwege de jaren zestig was Harry van Bourgondiën wegens ziekte gedwongen om een punt te zetten achter zijn smidswerkzaamheden. Meerdere zoons hadden meegewerkt in de zaak, maar geen van hen had de wens om hem op te volgen. Daarom besloot Harry zijn bedrijf in november 1965 op te heffen.[25] In diezelfde periode kwam de smederij in beeld bij de gemeente Noordwijk. Wegens bouwplannen wilde de gemeenteraad namelijk overgaan tot aankoop van het pand Kerkstraat 36.[26]
Dat kwam Harry wel goed uit. In december 1966 stemde hij in met de verkoop van zijn smederij aan de gemeente. Daarbij stelde hij slechts twee voorwaarden: de oplevering moest plaatsvinden op 1 januari 1967, en de gemeente diende te helpen bij het vinden van een passende vervangende woning.[27] Dat laatste werd in 1968 geregeld, waardoor de band van de familie Van Bourgondiën met de Kerkstraat definitief werd doorgesneden.
De gemeente Noordwijk kon daarna de saneringsplannen ten uitvoer brengen. Daardoor zijn er geen fysieke sporen meer terug te vinden van de smederij. De bebouwing aan de Kerkstraat 36 werd tussen september 1968 en 27 maart 1969 gesloopt. Het naastgelegen pand Kerkstraat 38 (aan de overzijde van de Tramsteeg) bestaat nog wel. Daarin is tegenwoordig bakkerij ‘Ammerlaan de Bakkers’ gevestigd.[28]
Noten
[1] Hoewel het grootste deel van de bebouwing in de Tramsteeg lag, kwam de voordeur uit op de Kerkstraat. Dat laatste gaf de doorslag bij het toekennen van het adres.
[2] Nationaal Archief (NA), toegang 4.KADOR-G, Plaatsingslijst van de minuut- en vervolg-minuutplans van de Dienst van het Kadaster en de Openbare Registers: directie Zuid-Holland, district ’s-Gravenhage, 1813-1832, inv.nr. 308 (perceel 238).
[3] Mogelijk werd hij getipt door in Noordwijk woonachtige familieleden.
[4] Erfgoed Leiden en Omstreken (ELO), toegang 0900, Inventaris van de archieven van de gemeente Noordwijk, 1399-1932, inv.nr. 2203, bladnr. 106.
[5] ELO, toegang 0900, inv.nr. 2196, bladnr. 186.
[6] ELO, toegang 0900, inv.nr. 2189, bladnr. 172.
[7] ELO, toegang 0900, inv.nr. 2189, bladnr. 172.
[8] ELO, toegang 0900, inv.nr. 2198, bladnr. 156.
[9] In het kadaster wordt de in Hillegom woonachtige smidsknecht Petrus Kusters vermeld als eigenaar van de smederij in de Kerkstraat in Noordwijk. Vermoedelijk betreft het de P. Kusters, die in 1910 slaagde voor het examen voor burger hoefsmid, zie: ELO, Historische Kranten, Leidsch Dagblad, 14-04-1910. En wellicht was hij dezelfde persoon als de Petrus Kusters, die later in Gouda werkzaam was als smid, en daar achtereenvolgens trouwde met Maria Antonia van Vliet en Catharina Maria Geertruida Soos.
[10] ELO, toegang 0900, inv.nr. 2198, bladnr. 198.
[11] ELO, toegang 0900, inv.nr. 2199, bladnr. 79.
[12] ELO, toegang 0900, inv.nr. 2189, bladnr. 172, en Historische Kranten, Leidsch Dagblad, 26-09-1890, p. 3. In het bevolkingsregister van Noordwijk uit de periode 1886-1898 staan ze allebei ingeschreven op hetzelfde adres. Volgens de geboorteakten van de kinderen van Laurens Janszen, waarvan de laatste dateert uit 1901, was dat het adres Kerkstraat 24, zie: ELO, toegang 0900, inv.nr. 2913, aktenr. 127. Hun opvolger, de smid Martinus Witsenburg, woonde in 1918 op het adres Kerkstraat 36, zie: ELO, toegang 0900, inv.nr. 2198, bladnr. 156. Dat lijkt erop te wijzen dat er tussen 1901 en 1918 een omnummering van de adressen heeft plaatsgevonden.
[13] Hij had zich in 1891 in Noordwijk gevestigd, zie: ELO, toegang 0900, inv.nr. 2208, bladnr. 53.
[14] ELO, toegang 0900, inv.nr. 2189, bladnr. 80. Nadat Martinus Witsenburg op 6 april 1898 in dit register was ingeschreven, is op een later moment met potlood het adres Kerkstraat 36 toegevoegd. De datum waarop dat gebeurde, is niet bekend.
[15] NA, toegang 3.17.12.01, Inventaris van het archief van de Kamer van Koophandel en Fabrieken voor Rijnland te Leiden: Handelsregister (Vervallen Dossiers), inv.nr. 185, dossier 4902.
[16] Autogenisch (of autogeen) lassen is een lasmethode waarbij gebruikt wordt gemaakt van de reactie van acetyleen met zuivere zuurstof. Daardoor ontstaat een zeer hete vlam, zie het lemma ‘Autogeen lassen’ op Wikipedia, website geraadpleegd d.d. 29-09-2022.
[17] Deze vergunningen waren nodig voor de uitoefening van het kachelsmidsbedrijf, landbouwmechanisatiebedrijf en kleinhandel in verwarmings- en kookapparaten.
[18] Dit was een voor die tijd gebruikelijk werkweek. Het verschil in het aantal uur kan worden verklaard uit het feit dat vanaf het eind van de jaren vijftig de werkweek werd teruggebracht van 48 naar 45 uur. Dat gebeurde niet overal op precies hetzelfde moment. Onder de 45 tot 48 uur in de smederij viel ook eventueel werk in het weekend, wanneer er bijvoorbeeld problemen bij klanten moesten worden verholpen. Denk bijvoorbeeld aan oliekachels die niet goed werkten in de winter, of kachelpijpen die kapot gingen.
[19] ELO, Historische Kranten, Leidse Courant, 28-08-1954, p. 2, Leidse Courant, 02-04-1960, p. 2, en Leidsch Dagblad, 01-06-1965, p. 3.
[20] ELO, Historische Kranten, Leidsche Courant, 31-08-1927, p. 2., en K. Verweij, ‘De Kerkstraat, het belangrijkste winkelgebied in Noordwijk Binnen’, in: Kernpunten jrg. 33 nr. 95 (2018) 12-15.
[21] Zie onder andere: ELO, Historische Kranten, Leidsche Courant, 31-08-1927, p. 2, en Leidsche Courant, 28-08-1931, p. 6. In 1931 benadrukte men dat de etalagewedstrijd ‘een gezellige drukte in Noordwijkse straten veroorzaakte, daar honderden zich voor de étalages verdrongen om het vele moois in oogenschouw te nemen. Telkenjare kunnen wij constateeren, dat onze winkelstand, wat betreft het étaleeren, vooruit gaat en een goede demonstratie is, wat al zoo bij onze winkeliers te verkrijgen is, hetgeen zeker de leuze van hen: “koopt ter plaatse” steeds meer in vervulling zal doen gaan.’
[22] ELO, Historische Kranten, Leidsche Courant, 31-08-1932, p. 8, en Leidsche Courant, 23-11-1933, p. 22.
[23] ELO, Historische Kranten, Leidsch Dagblad, 03-09-1929, p. 7, Leidsche Courant, 28-08-1931, p. 6, Nieuwe Leidsche Courant, 01-09-1932, p. 6, en Leidsch Dagblad, 31-08-1933, p. 7.
[24] ELO, Historische Kranten, Nieuwe Leidsche Courant, 01-09-1932, p. 6.
[25] NA, toegang 3.17.12.01, inv.nr. 185, dossier 4902. Bij de datum van de opheffing is met potlood ‘wegens ziekte’ genoteerd. De officiële uitschrijving bij de Kamer van Koophandel vond plaats op 7 november 1966.
[26] ELO, Historische Kranten, Nieuwe Leidsche Courant, 18-06-1966, p. 9, en Nieuwe Leidsche Courant, 12-12-1966, p. 4.
[27] Krantenartikel, vermoedelijk uit de Zeekant, datering onbekend (privécollectie).
[28] In dit pand was reeds in 1927 een bakkerij gevestigd, zie: ELO, toegang 0900, inv.nr. 2197, bladnr. 128.