De erkenning en wettiging van buiten het huwelijk geboren kinderen is in Nederland sinds 1838 geregeld in het Burgerlijk Wetboek. Het kan onder andere plaatsvinden bij huwelijk van de ouders:
‘Kinderen buiten huwelijk verwekt, met uitzondering van degenen die in overspel of in bloedschande zijn geteeld, worden door het opvolgend huwelijk van hunnen vader en hunne moeder gewettigd, wanneer deze hen, vóór het aangaan des huwelijks, wettiglijk hebben erkend, of wanneer die erkenning plaats heeft bij de akte van voltrekking zelve.’
Wie veelvuldig huwelijksakten raadpleegt uit de negentiende en twintigste eeuw, komt met enige regelmaat erkenningen tegen. Voorbeelden uit de zeventiende en achttiende eeuw zijn veel zeldzamer. In het trouwregister van het gerecht (de schout en schepenen) van Voorschoten is zo’n vroeg voorbeeld te vinden.
Harmanus Brinck
Het voorbeeld heeft betrekking op een kind van Harmanus Brinck. Harmanus was afkomstig uit Doetinchem, maar woonde in de tweede helft van de zeventiende eeuw in Oegstgeest en Voorschoten. Hij verdiende zijn brood als hovenier en tuinman, onder andere op Oud-Poelgeest in Oegstgeest. Deze buitenplaats was eigendom van de zeer welgestelde Constantijn Sohier de Vermandois. Hij liet het huis omstreeks 1668 bouwen ter vervanging van een tot ruïne vervallen middeleeuws kasteel.
Harmanus Brinck is voor zover bekend driemaal getrouwd. Eerst met Annetje Pietersdr, daarna met Aarlandia van Bemmel en tenslotte met Maria Pietersdr Jongbloet. Zijn derde huwelijk werd in 1683 gesloten voor de schout en schepenen van Voorschoten. Voor rooms-katholieken, zoals Harmanus, was trouwen voor het gerecht de enige manier om een rechtsgeldig huwelijk te sluiten. Huwelijken die waren gesloten door een rooms-katholieke priester werden in de calvinistische Republiek namelijk niet erkend.
Buitenechtelijke dochter
In de trouwinschrijving uit 1683 lezen we het volgende:
‘soo hebben sij den anderen de hant gegeven, ende als wettelicke man ende vrou aengenomen, mitsgaders het kint tusschen haer beyden voors dato deses verwect, mede genaemt Aerlandia, als een echt kint erkint [erkend], ende verclaert daervan de rechte vader ende moeder te sijn.’
Aarlandia Brinck, vernoemd naar de overleden tweede echtgenote van Harmanus, was dus buiten het huwelijk verwekt. Harmanus en Maria vonden het in dit geval belangrijk om haar bij hun huwelijk officieel te erkennen. Dankzij deze handeling kreeg Aarlandia de familienaam van haar vader en kon zij van beide ouders erven.
Bronnen: FamilySearch, Erfgoed Leiden en Omstreken, Burgerlijk Wetboek 1838 en R.F. Vulsma, Burgerlijke stand en bevolkingsregister (2e druk, Den Haag 2002).